U bevindt zich op:ProfessionalsTrendbreuk, GALA & IZAVerhalen GALA & IZA

Verhalen over GALA & IZA

Bij de uitvoering van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA) in Zuid-Limburg zijn vele partijen nodig. Er is geen beproefd recept voor de grote beweging die we samen gaan maken op het gebied van preventie, gezondheid en zorg.

Op deze pagina delen we verhalen van betrokkenen. Hoe kijken zij naar het traject en wat zijn hun ervaringen?

Arnout van Stokkom, Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg

Arnout van Stokkom, Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg

12 juli 2023

 

“In beweging door samen hardop na te denken”

Een handleiding voor een succesvolle regionale uitvoering van het Integraal Zorgakkoord bestaat niet, maar er zijn in Zuid-Limburg genoeg mensen die erover willen meedenken en er ideeën over hebben. Dat bleek wel bij de brede IZA-bijeenkomst van 21 juni jl. Eén van die mensen is Arnout van Stokkom, manager Innovatie & Projecten bij Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg (Huisartsen OZL). “Het belangrijkste woord in het regionale IZA-traject? Dat is zonder twijfel ‘dialoog’.”

De bijeenkomst van 21 juni liet een hoge en brede opkomst zien. Grote herkenning was er bij het gepresenteerde regiobeeld. “Maar dat wil nog niet zeggen dat we allemaal op één lijn zitten. Het urgentiebesef is er. De uitdagingen zijn helder, maar nog ‘hoog over’ geformuleerd. Er is ruimte voor eigen interpretatie van de uitdagingen.” Arnout bespeurt veel motivatie om tot een regioplan te komen, maar zegt ook: ”ik ben benieuwd hoe de gesprekken gaan verlopen als het over ambities en oplossingsrichtingen gaat. En over de vertaling daarvan naar individuele organisaties.“

Vraaggestuurd aanbod

Arnout nam deel aan de gesprekstafel ‘Er bestaan grote verschillen in gezondheid tussen sub-regio’s, gemeenten en wijken binnen gemeenten’. “Iedereen aan tafel herkende die verschillen. We waren het er ook snel over eens dat het dan niet zinvol is om een uniforme oplossing na te streven. Vanuit HuisartsenOZL zien wij veel in een aanpak op wijkniveau. Waar heeft een wijk behoefte aan? Dat kunnen bewoners en zorgprofessionals die er werken heel goed aangeven. Pas daar het zorgaanbod op aan. Dat is een andere benadering dan die nu vaak wordt gevolgd: het zorgaanbod van een organisatie is leidend. Dit is veelal ingegeven door financiering en regelgeving. De vraag is of die aanbodgestuurde benadering daadwerkelijk aansluit bij de behoefte van de burger.”

Waar ben je (niet) van?

GALA en IZA draaien om het versterken van de regionale samenwerking. Wat Arnout betreft hoeven de IZA-partners niet álles samen te doen. En niet alles hoeft op Zuid-Limburgse schaal te gebeuren. Samen optrekken is vooral van belang wanneer de primaire processen elkaar logischerwijs (kunnen) raken. “Maak als organisatie en professional keuzes: waar ben je van en waar ben je niet van? Over welke onderwerpen wil je meepraten? Ik vind dat je daar met een kritische blik naar mag kijken.” Uiteraard is het goed om alle GALA/IZA-partners op hoofdlijnen op de hoogte te houden van wat er allemaal gebeurt. Daarop is regie nodig. In de totstandkoming van het regiobeeld is daar een goede start mee gemaakt. Arnouts pleidooi: “Blijf de Zuid-Limburgse zorgprofessionals betrekken bij de plannen. De beoogde impact in de praktijk bereik je door gedragsverandering van burgers én professionals. Spoor elkaar aan om mee te doen. Laat als organisatie in het zorg-, welzijns- of sociaal domein zien dat je betrokken bent en wilt bijdragen: niks doen is geen optie.”

Belangen in balans

Bij een goede samenwerking is het belangrijk om de eigen doelen in lijn te brengen met de gezamenlijke ambitie. Als Zuid-Limburg straks een collectieve ambitie heeft, ben je dan als individuele organisatie bereid om daar je koers op aan te passen? En wellicht daarvoor iets in te leveren? Arnout: “Probeer een goede balans te vinden tussen het belang van je eigen organisatie en het belang van de regio. Wees je bewust van de impact van je keuzes hierin. Op je eigen organisatie maar ook op anderen: Houd rekening met elkaar. Dat wordt makkelijker als je elkaars perspectief kent en begrijpt. Het helpt om elkaar vragen te stellen als: Wanneer zijn wij en wanneer ben jij tevreden over het GALA- en/of IZA-traject?”

Echte gesprekken

De mogelijkheden binnen organisaties om de toegang tot de zorg voor de inwoners van Zuid-Limburg te behouden, zijn zo langzamerhand benut. Verdere verbetering is vooral te bereiken in versterking van de samenwerking tussen organisaties. Een belangrijk begrip daarin is transparantie. Hoe maak je zichtbaar wat je doet? Hoe zorgen we dat de processen beter op elkaar aansluiten? Hoe weten we als regio dat we het ‘goede’ doen? Dat zijn lastige vraagstukken. Nog lastiger wordt het als de ene partij wel richting ‘het goede’ beweegt, maar de andere partij dat niet lijkt te doen. “Als het moeilijk wordt, kies er dan juist voor om met elkaar in gesprek te gaan. Die aanpak volgt HuisartsenOZL in de eigen organisatie ook”, aldus Arnout. “Je mag kritisch zijn, maar lever niet alleen kritiek. Stel vragen. Kom ook met alternatieven of suggesties. Blijf hoe dan ook hardop nadenken en met elkaar praten. En dan bedoel ik een echt gesprek. Een dialoog bestaat niet alleen uit zenden. De uitdagingen waar we voor staan, zullen we samen moeten aanpakken.”

 

Thom Zeguers, gemeente Voerendaal

Thom Zeguers, gemeente Voerendaal

9 mei 2023


“We zijn geen praatclubje, we moeten vooral ook dóén”
 

Het geduld van Thom Zeguers wordt in het Zuid-Limburgse GALA-traject wel eens op de proef gesteld. Maar zegt de senior beleidsambtenaar en coördinator Maatschappelijke Ontwikkeling er gelijk bij: “Wat we in regionale samenwerking voor elkaar krijgen, lukt een kleinere gemeente als Voerendaal niet alleen.”

Het zal rond augustus 2022 zijn geweest dat hij voor het eerst hoorde over de grote beweging ‘naar de voorkant’ die Nederland gaat maken. Lang bleef onbekend wat het Rijk daarin nu precies van de gemeenten verwacht. Nu de akkoorden er liggen, is dat duidelijker. Het gaat om stevige samenwerking rondom preventie. “Samenwerking op dat gebied is er al in Zuid-Limburg via Trendbreuk. En die is goed. We maken nu een verbreding naar GALA”, zegt Thom die lid is van de werkgroep GALA en de werkgroep valpreventie, een van de thema’s uit GALA.

Dezelfde ambities

Vechtscheidingen, probleemjongeren, instroom in de jeugdzorg. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Ook Voerendaal heeft ermee te maken. Maar grootstedelijke  problematiek komt in Voerendaal en de Heuvellandgemeenten volgens Thom veel minder voor dan in bijvoorbeeld Brunssum of Heerlen. Hij wil maar zeggen, de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg zijn groot, maar niet in alle gemeenten hetzelfde. “Ik ervaar dat de Zuid-Limburgse gemeenten dezelfde ambities hebben, de omvang van de opgave kan per gemeente verschillen.”

Meerwaarde

Maar terug naar een lokale aanpak is niet aan de orde. De meerwaarde van samenwerking staat in de Zuid-Limburgse gemeenten niet ter discussie, zo ervaart Thom. “We staan sterker als we dit samen doen, is het gevoel dat overheerst. Alle neuzen staan wat dat betreft dezelfde kant op. Al zijn er verschillen tussen gemeenten. Bijvoorbeeld tussen landelijke en verstedelijkte gemeenten en tussen grote en kleine gemeenten.”

Alleen ga je sneller

In een kleinere gemeente als Voerendaal zijn de lijnen kort, weet Thom. Besluitvorming kan vlot verlopen. Je kunt sneller handelen. Het regionaal organiseren van zaken gaat daarentegen langzamer en kost meer tijd. Het gaat ten koste van de slagkracht en vraagt geduld. Maar een kleinere gemeente heeft ook profijt van een regionale aanpak. “We kunnen onze inwoners iets bieden wat we anders niet zouden kunnen. Thom noemt als voorbeeld de ketenaanpak overgewicht. “We hebben in Voerendaal te weinig kinderen met overgewicht om massa te kunnen maken. De aanpak wordt dan te duur om lokaal te organiseren. In regionaal verband kan dat wél.” 

Nu concreter

De 16 gemeenten hebben inmiddels afgesproken welke GALA-thema’s ze regionaal oppakken en welke lokaal. Hoe dat verder gaat, is nog wat abstract. Thom ziet het graag snel concreter worden. “Overleggen gaan nog vaak over de processen en ondertussen loopt de tijd door. We zijn geen praatclubje, we moeten het hebben over de inhoud en vooral ook dóén. Daar mag wat mij betreft iets meer focus op komen te liggen. Laten we niet blijven afstemmen, maar dingen uitproberen in de praktijk.”